Zomer- en wintergranen

Wist je dat er van veel soorten granen een zomer- en wintervariant is? In deze blog vertellen we je hoe het zit!

Van granen heb je heel veel soorten. Denk aan haver, tarwe, gerst, spelt, etc. Binnen deze granen heb je ook nog een heleboel rassen. Elk met z’n eigen raseigenschappen. Veel oude rassen hebben een zuiver karakter en bevatten veel vitamine, mineralen en smaak. Maar qua opbrengst per hectare kunnen ze niet meekomen met de huidige rassen die gebruikt worden. De meeste granen die hedendaags geteeld worden zijn ‘veredeld’ om hogere opbrengsten per hectare te behalen. 

Naast varianten en rassen kun je granen ook anders categoriseren: aan de hand van de periode waarin je ze kan zaaien. We gebruiken tarwe als voorbeeld, het bekendste en meestgebruikte graan ter wereld. Van andere granen, zoals rogge en spelt, heb je ook zomer- en wintervarianten. 

Zomertarwe

Tarwe die je in het voorjaar zaait, en die zich met name in de zomer ontwikkelt en groeit, noem je ‘zomertarwe’. Zomertarwe oogst je zo’n 80-125 dagen na het oogsten. Je kunt zien of het rijp is door het vochtgehalte van de korrels te meten. Als ze allemaal afgerijpt en hard zijn en rond de 15% vochtgehalte hebben, kan het product geoogst worden. In de biologische landbouw wordt voornamelijk zomertarwe gebruikt. Dat is omdat je met zomertarwe veel betere onkruidregulatie hebt: je kan al het onkruid nog wieden vóórdat je gaat zaaien. Zo blijft je perceel veel schoner. 

Wintertarwe

Tarwe die je in de nazomer of vroeg in de herfst zaait, noem je wintertarwe. Deze tarwe doet er een stuk langer over: 240-310 dagen tot ‘ie geoogst kan worden. Dat komt omdat deze tijdens de groei overwintert, en eigenlijk dus een soort winterslaap houdt. Wintertarwe doet het het allerbest als er een periode van sneeuw is in de winter. Wintertarwe is vaak wat zachter. Hiervan maak je de mooie bloem: het heeft een heel hoog vezelgehalte. Het wordt vooral gebruikt bij brood en gebak. Wintertarwe levert meestal een grotere opbrengst op. Dat komt door een langer groeiseizoen, waardoor het goed de tijd heeft om te wortelen en voeding op te nemen.